De brief uit Surhuizum die nooit aankwam (1779) deel 2

In een eerder artikel beschreef ik een brief die in 1779 in Surhuizum door Alida Schouten werd geschreven en bestemd was voor haar neef Fredrik Bernard Giffenig te Mannar (Ceylon). De brief is buitgemaakt door de Engelsen tijdens de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog. Pas later heb ik informatie gevonden over het schip waarmee deze brief werd vervoerd. Dat leverde meer op dan ik had verwacht.

Lees verder “De brief uit Surhuizum die nooit aankwam (1779) deel 2”

De brief uit Surhuizum die nooit aankwam (1779)

1 Inleiding

Sinds kort is op de website Brieven als Buit een grote verzameling oude brieven in te zien. Die brieven zijn afkomstig van Nederlandse schepen die in de 17e en 18e eeuw door de Engelsen zijn gekaapt. Enkele jaren geleden zijn de brieven ontdekt in de Britse National Archives. Slechts een klein deel is nu op de genoemde website te doorzoeken.

Ik was benieuwd of er ook brieven uit Friesland tussen zaten. Dat is op twee manieren te bekijken. De eerste manier is via de filters rechtsboven op de webpagina. Maar dat veronderstelt dat de plaatsen van de afzender en geadresseerde juist zijn herkend en ingedeeld. De tweede manier is zoeken via woorden in de tekst, linksboven op de webpagina. Langs deze weg vond ik een brief die ik meteen herkende als afkomstig uit Friesland. Op 1 november 1779 schreef de weduwe Alida Schouten een brief aan haar neef Fredrik Bernard Giffenig. Volgens de website is de achternaam Gifferig, maar ik vind het toch meer op Giffenig lijken. Ook stelt de website dat deze brief afkomstig is uit Duitsland. Het is eenvoudig aan te tonen dat dat niet klopt. Over de bestemming tast de website in het duister. Met de nodige moeite heb ik de woonplaats van de geadresseerde gevonden. Maar toen ik die eenmaal had, kwam ik geleidelijk aan steeds meer informatie over hem op het spoor. Verder heb ik over alle personen die in de brief worden genoemd wel iets gevonden. Lees verder “De brief uit Surhuizum die nooit aankwam (1779)”

Volkstelling 1744 Achtkarspelen

In juli 2011 heb ik meegewerkt aan een initiatief van Tresoar om de gegevens van de Volkstelling van 1744 in te voeren. Ik heb toen alle gegevens van de gemeente Achtkarspelen ingevoerd. Uiteindelijk zullen de gegevens van heel Friesland te doorzoeken zijn op tresoar.nl. De gegevens van Achtkarspelen stel ik alvast beschikbaar in de vorm van een lijst.

Lees verder “Volkstelling 1744 Achtkarspelen”

Genealogie Van der Kloet

Versie 27-12-2022

Inleiding

Als in 1811 in Friesland familienamen moeten worden gekozen, zijn er maar twee personen die de achternaam Van der Kloet laten registreren. De ene is Sake Jans van der Kloet uit Garijp. Hij en zijn nakomelingen blijven deze achternaam consequent gebruiken. De andere is de voogd van de kinderen van Wybe Geeles. Hij neemt voor hen weliswaar de achternaam Van der Kloet aan, maar in de burgerlijke stand komen zij en hun nakomelingen alleen onder de naam Kloetstra voor. Alle Friese Van der Kloeten behoren dus tot dezelfde familie.

Sake Jans van der Kloet was een zoon van de welgestelde boer Jan Romkes. Die pachtte net als zijn vader de boerderij die stond op de plek waar voor de hervorming het klooster van Siegerswoude (onder Garijp) stond. Ook Sake Jans is hier enkele jaren boer. Later wordt zijn plaats ingenomen door zijn broer Romke, die in 1811 de achternaam Kloosterman aanneemt. Sake Jans van der Kloet oefent daarna nog verschillende beroepen uit (schipper, koopman/winkelier). In de laatste periode van zijn leven had hij een huis in Garijp aan de Inialoane, waar nu de Iniabar is gevestigd.

De nakomelingen van Sake Jans van der Kloet wonen binnen Friesland voornamelijk in de gemeenten Tietjerksteradeel (Garijp, Bergum, Hardegarijp) en Achtkarspelen (Surhuizum, Augustinusga). Een deel gaat in de provincie Groningen wonen, bijvoorbeeld in Grootegast en Doezum. De meeste nakomelingen waren arbeider van beroep.

Buiten Friesland woonden in de negentiende eeuw wel andere families Van der Kloet. In chronologische volgorde trof ik die in GenLias aan in de volgende gemeenten: Dordrecht (vanaf 1812), Vreeland (vanaf 1830), Bergambacht (vanaf 1835), Schoorl (vanaf 1845), Arnhem (vanaf 1853), Bergen op Zoom (vanaf 1854), Meppel (vanaf 1864), Zwijndrecht (vanaf 1866), Amsterdam (vanaf 1869), Axel (vanaf 1889), Rheden (vanaf 1890) en Gorinchem (vanaf 1895). Het grootste aantal Van der Kloeten komt in de negentiende eeuw voor in Dordrecht. In de andere gemeenten gaat het in veel gevallen om personen die afkomstig zijn uit die stad.


Lees verder “Genealogie Van der Kloet”

Woonhuis Simon Luimstra en Antje Bakker

Inleiding

Mijn overgrootouders Simon Reinders Luimstra (1857-1921) en Antje Hielkes Bakker (1857-1939) woonden in Surhuisterveen. Volgens mijn moeder was dat ten zuidoosten van het Blauhûs een eind het land in, ongeveer tegenover de boerderij van de ouders van Simon Luimstra. Dat waren Reinder Simons Luimstra (1835-1903) en Sjoukje Teijes van der Laan (1833-1927). Ze woonden op een plek waar al verscheidene generaties Luimstra voor hen hadden gewoond. Dit blijkt uit de tekst van een gevelsteen waarover ik al eerder op deze website heb geschreven. Dit gebied werd vroeger vaak aangeduid als ‘boppe op ’t Fean’ (bovenop Surhuisterveen). Ik had al jaren een vermoeden waar het huis van mijn overgrootouders heeft gestaan, maar nu is dat vermoeden pas bevestigd. Lees verder “Woonhuis Simon Luimstra en Antje Bakker”

Boedelscheiding Reinder Simons Luimstra 2

Van de boedelscheiding van mijn betovergrootvader Reinder Simons Luimstra uit 1904 is een volledige transcriptie gemaakt. Uit de documenten blijkt o.a. dat Simon Reinders Luimstra onder huwelijksvoorwaarden was getrouwd en dat hij volgens zijn testament wilde dat zijn weduwe tot haar dood over zijn volledige erfenis kon beschikken. Zijn kinderen stemden hier echter niet mee in. De boedel moest dus worden verdeeld. Hier kwam een hele stapel papieren aan te pas. Uiteindelijk erfde elk van zijn acht kinderen (of hun erfgenamen als ze waren overleden) 4288 gulden! Om aan te geven hoeveel geld dit toen was: dit was ongeveer de helft van de taxatiewaarde van de boerderij van Reinder Simons Luimstra incl. de paar stukken land erom heen.

De totale nalatenschap van Reinder Simons Luimstra bedroeg 45.735 gulden. Zijn weduwe, Sjoukje Teyes van de Laan, kreeg een kwart (11.434 gulden). De rest werd over de acht ‘staken’ verdeeld (elk 4.288). Lees verder “Boedelscheiding Reinder Simons Luimstra 2”

Genealogie Piekstra (C)

Versie 27-12-2022

Inleiding

Aafke Annes Piekstra krijgt in 1816 in Surhuisterveen een buitenechtelijke zoon Anne bij een onbekende man. De nakomelingen van Anne dragen de achternaam Piekstra, net als het nageslacht van de broers van zijn moeder (zie genealogie Piekstra A) en haar oom Jan Hendriks Pykstra (zie Genealogie Piekstra B).


Lees verder “Genealogie Piekstra (C)”

Genealogie Piekstra (A)

Versie 27-12-2022

Inleiding

In december 1811 neemt Martjen Hendriks, weduwe van Anne Ottes, de achternaam Pykstra aan. Die naam verwijst naar haar vader Hendrik Jans Pyk. Haar moeder was Aafke Freerks. Dit paar woonde in Noordwijk toen Martjen gedoopt werd. Martjen had een broer Jan, die in 1792 bij zijn huwelijk Jan Hendriks Pijk werd genoemd en bij de doop van zijn vier kinderen Jan Hendriks Pykstra. Hij is al in 1808 in Bergum overleden, maar zijn achternaam wordt via zijn zoon Hendrik Jans Pykstra doorgegeven aan zijn nakomelingen. Die vallen echter buiten deze genealogie van Anne Ottes (zie Genealogie Piekstra B).

De achternaam wordt bij zijn nakomelingen op verschillende manieren geschreven: o.a. Pykstra en Piekstra (de laatste variant krijgt uiteindelijk de overhand). De spelling werd vooral bepaald door ambtenaren, omdat de naamdragers zelf vaak niet konden schrijven. Veruit de meeste mannelijke Piekstra’s zijn arbeider van beroep. Ze zijn vaak niet in bezit van onroerend goed. Dat maakt het moeilijk om te bepalen waar de Piekstra’s precies woonden. Aanvankelijk wonen ze vooral in Surhuisterveen en Surhuizum. De grens tussen beide dorpen was in die tijd echter niet zo duidelijk. Dat levert in akten nogal eens verwarrende plaatsbepalingen op. Verder valt de hoge kindersterfte op. Bovendien worden er nogal wat kinderen pas achteraf gewettigd en komen er in deze familie relatief veel echtscheidingen voor.

Behalve de nakomelingen van Martjen Hendriks en Jan Hendriks Pykstra, is er nog een groep verwanten met dezelfde achternaam. Een dochter van Anne Ottes en Martjen Hendriks Pykstra, Aafke Annes Piekstra, kreeg een buitenechtelijke zoon Anne. Ook hij en zijn nakomelingen heetten Piekstra. Ook zij blijven buiten dit overzicht, omdat de mannelijke lijnen worden gevolgd (zie Genealogie Piekstra C).


Lees verder “Genealogie Piekstra (A)”

Sybrandus en Sjoerd Huisinga 2

Naar aanleiding van mijn artikel in Sneuper nr 94, ontving ik van Melle Koopmans een aantal vermeldingen van deze twee mannen in de sententies van het Hof van Friesland. Hieruit blijkt dat Sybrandus Huisinga klerk is in Leeuwarden (1697) en Oostdongeradeel (1700), voordat hij secretaris van Achtkarspelen wordt. In die hoedanigheid wordt hij diverse keren genoemd.(1) Verder is uit de vermeldingen af te leiden dat Sybrandus omstreeks 1662 geboren is en Sjoerd rond 1695. Dit leeftijdsverschil is zo groot dat ze geen volle broers kunnen zijn. Halfbroers zou wel kunnen, als hun vader voor de tweede keer getrouwd is met een veel jongere vrouw. Een andere mogelijkheid is dat Sjoerd een neef (‘omkesizzer’) van Sybrandus is. Omdat Sybrandus bij zijn overlijden rond de 67 was, zou het niet zo vreemd zijn als er geen broer meer in leven was om als voogd voor de minderjarige kinderen op te treden. Lees verder “Sybrandus en Sjoerd Huisinga 2”

Sybrandus en Sjoerd Huisinga

Sybrandus en Sjoerd Huisinga: secretaris van Achtkarspelen en bode der stad Dokkum

Aanleiding

Hendrik Lammerts woonde in Augustinusga. Op 23 april 1731 proclameert hij dat hij drievijfde deel van het huis koopt dat hij zelf bewoont. Het andere deel is eigendom van Sjoerd Lammerts, waarschijnlijk zijn broer, die ik eerder al in de speciekohieren had aangetroffen. De verkoper is “Teke Zapes(1), wonende op ’t Surhuisterveen, voor hemselfs en als gecommiteerde van de borgen voor wijlen de secretarius Huisinga”.(2) Het heeft overigens wel even geduurd voordat ik deze moeilijk leesbare passage had ontcijferd. Vrij snel daarna kwam ik erachter dat twee jaar daarvoor een inventaris was opgemaakt van het sterfhuis van Sybrandus Huisinga, de secretaris van Achtkarspelen.(3) Omdat de datum bekend was, kon ik die snel terugvinden in de weesboeken. Lees verder “Sybrandus en Sjoerd Huisinga”