Afschrift uit 1802 van reisverslag op rijm Hepke Egberts 1783 (2)

Dit is de volledige transcriptie van het in 2022 opgedoken afschrift door Goitsen Pytters uit 1802, sinds februari 2022 aanwezig in gemeentearchief van Achtkarspelen. Zie voor meer informatie het artikel Afschrift uit 1802 van reisverslag op rijm Hepke Egberts 1783 (1) en het oudere artikel Reisverslag op rijm uit 1783.


Een gedigt of verhaal
Van ene plaisierige reis van twee jongelingen na Holland gedaan zijnde, de eene een zoon van Sijmen Eijes, woonachtig op het Zuider huister veen, out int 23 jaar en de ander een soon van Egbert Hepkes, woonagtig bij Bouwetille onder het beheer van Surhuisem, out int het 22 jaar, gedaan in den jare 1783.

Lees verder “Afschrift uit 1802 van reisverslag op rijm Hepke Egberts 1783 (2)”

Afschrift uit 1802 van reisverslag op rijm Hepke Egberts 1783 (1)

Mijn voorvader IJe Symens (Luimstra) maakte in 1783 vanuit Friesland een reis van twee weken langs een aantal Hollandse steden. Hij deed dat samen met zijn neef Hepke Egberts (Buma), die hun reis heeft beschreven in een lang gedicht. Daarover heb ik in 2012 uitgebreid geschreven op deze website. Tot nu toe was het gedicht alleen overgeleverd via een afschrift dat een zoon van de dichter in 1841 heeft gemaakt (www.egodocument.net).

Op 3 februari 2022 kreeg ik een tip van het gemeentearchief van Achtkarspelen dat het gedicht was opgedoken in een bundeltje documenten dat de gemeente van het Scheepvaartmuseum die dag had ontvangen. Pas op 7 december 2022 was ik in de gelegenheid om het document in Buitenpost te gaan bekijken. Ik had gehoopt het origineel te zien, maar het was een onbekend afschrift uit 1802. Op dat moment werd een deel van de documenten tentoongesteld in de ontvangstruimte van het gemeentehuis.

Begin van het gedicht
Lees verder “Afschrift uit 1802 van reisverslag op rijm Hepke Egberts 1783 (1)”

De ‘oude scheperij’ onder Harkema Opeinde (1764)

Op de kaart van 1718

Op de Schotanus-Halmakaart van Achtkarspelen uit 1718 staat direct ten westen van de Baukewyk onder Harkema Opeinde een huis getekend. Ik had me al vaak afgevraagd wat dat voor huis was. In het uiterst zuidwestelijke deel van Achtkarspelen stonden toen nog vrijwel geen huizen, met uitzondering van de directe omgeving van Rottevalle. De vervening was nog volop gaande. De oudste kadastrale kaart van het gebied, gemaakt rond 1824, toont ongeveer op die plek twee percelen weiland (Drogeham D481 en D482) die vanwege hun omvang meer aan een huisperceel doen denken. Ik heb nu vrij toevallig ondekt dat hier een scheperij heeft gestaan en dat hier voorouders van mij hebben gewoond.

Lees verder “De ‘oude scheperij’ onder Harkema Opeinde (1764)”

De reis van Salomon Jetses naar Nederlands Indië (1766-1768)

Als hij niet had aangemonsterd op een VOC-schip, zou ik nooit van zijn bestaan hebben geweten. Salomon Jetses uit “Suurhuuster veen bij Leeuwarden in Vrisland” wordt van 1766 tot 1768 vermeld in de scheepssoldijboeken van de Kamer Rotterdam van de Verenigde Oostindische Compagnie. Ik denk dat hij een zoon was van Jetse Wybes en Rinskje Salomons uit Surhuisterveen. Tot voor kort wist ik alleen dat zij een zoon Jan Jetses hadden. Zijn kinderen namen in 1811 de achternaam Ploeg aan. Via de families Bakker en Luimstra stam ik van hem af.

Inschrijving Salomon Jetses in scheepssoldijboek 1766-1768, linkerpagina (debet)
Lees verder “De reis van Salomon Jetses naar Nederlands Indië (1766-1768)”

Woonhuis Geert Aans de Haan onder Drogeham

Dankzij een notariële akte heb ik de exacte plek onder Drogeham ontdekt waar mijn betovergrootvader Geert Aans de Haan (1819-1894) heeft gewoond. Hij was het grootste deel van zijn leven arbeider van beroep. Later was hij ‘karrijder’. Mogelijk ging dat om een bodedienst met een hondenkar op een grotere plaats in de buurt.

huisgeertaansdehaan_0

Lees verder “Woonhuis Geert Aans de Haan onder Drogeham”

Benoeming Gooitzen Luimstra tot procureur-fiscaal van Achtkarspelen (1738)

De familie Luimstra dankt haar naam aan Gooitzen Deddes Luimstra. Bij de verplichte invoering van familienamen in 1811 nam zijn schoonzoon Symen IJes de achternaam van zijn vrouw Janke Luimsta over. Gooitzen Luimsta heeft verschillende officiële ambten vervuld, zoals procureur-fiscaal bij het nedergerecht Achtkarspelen en commies van ’s lands middelen in Oostergo. Dit artikel gaat over de eerste functie en wat ik daarover te weten ben gekomen via de recesboeken van Achtkarspelen.

voorkantrecesboekachtkarspelen-1737-1743

Lees verder “Benoeming Gooitzen Luimstra tot procureur-fiscaal van Achtkarspelen (1738)”

Levensloop Hylke Bouwes van der Meulen (1780-1814)

Hylke Bouwes wordt in 1780 geboren als zoon van Bouwes Hylkes en Trijntje Jacobs. Zijn vader is molenaar en bakker in Drogeham en neemt later de achternaam Van der Meulen aan. Hylke trouwt omstreeks 1802 met Antje Andries. Zij is een dochter van Andries Atzes en Hylkjen Hepkes. Haar vader is boer op het Witveen onder Oostermeer en neemt in 1811 de achternaam Van Dijk aan. Zijn boerderij stond op de hoek van de Seadwei en de Mûntsegroppe (huidig adres: Seadwei 27).

Zijn vader bepaalt in zijn testament, dat Bouwe Hylkes tijdens zijn leven niet over zijn erfdeel mag beschikken. Dit vanwege ‘verkwisting en wangedrag’ door hem en zijn vrouw Antje Andries. Een goede aanleiding om de feiten over hun leven eens op een rijtje te zetten. Ik doe dat deels op basis van gegevens die ik al had en deels op basis van nieuw bij elkaar gezocht materiaal.

Voordat ik het testament van zijn vader had gezien, was het me al opgevallen dat hij binnen de familie uit de toon viel. De laatste jaren van zijn leven was hij arbeider en hij kwam door verdrinking om het leven. Lees verder “Levensloop Hylke Bouwes van der Meulen (1780-1814)”

Testament Bouwe Hylkes van der Meulen (1810)

Op 9 november 1810 laten de echtgenoten Bouwe Hylkes en Trijntje Jacobs uit Drogeham hun testamenten opmaken door notaris Jan Romein. Hier ga ik in op het testament van Bouwe Hylkes, die in 1811 de achternaam Van der Meulen aan zal nemen. Hij is nu rentenier, maar was daarvoor molenaar en bakker in Drogeham. Het document begint met vrij gebruikelijke bepalingen. Na zijn overlijden krijgt zijn weduwe het vruchtgebruik. Wel moet ze zorgen dat de waarde van de bezittingen in stand blijft. Tot erfgenamen benoemt hij zijn vijf nog levende kinderen en het dochtertje van een eerder dat jaar overleden dochter. Lees verder “Testament Bouwe Hylkes van der Meulen (1810)”

Sterfhuisinventaris Simon IJes Luimstra (1815)

1 Algemene toelichting

Simon IJes Luimstra (1731-1815) was een welgestelde boer aan de Blauwhuisterweg in Surhuisterveen. Daar was op nummer 38 tot een jaar of tien geleden nog een gevelsteen uit 1787 te zien, met een rijmpje en de initialen van hem en zijn vrouw, Janke Gooitzens Luimstra. De laatste jaren van zijn leven woonde hij als rentenier met zijn vrouw in Augustinusga. De exacte plek is mij sinds kort bekend (hoek Geawei/Tsjerkepaad). Zijn vrouw overleed in 1810. Voor zover het om onroerend goed gaat, denk ik dat haar nalatenschap onverdeeld is gebleven. Omdat zij de enige erfgenaam van de ‘commies van ’s lands middelen’ Gooitzen Deddes Luimstra was, zal een deel van de in deze inventaris beschreven percelen van hem afkomstig zijn. Dat geldt in ieder geval voor zijn eigen huis, dat hij in 1743 had gekocht, en waar anno 1815 zijn kleindochter Ymkjen Simons Luimstra woonde. Zij koopt later in 1815 driekwart van drie naast elkaar staande huizen. Het meest noordelijke daarvan was het sterfhuis van Simon IJes Luimstra, waar de beschrijving van de inventaris plaatsvond. De laatste jaren van zijn leven werd hij rentenier genoemd. Lees verder “Sterfhuisinventaris Simon IJes Luimstra (1815)”

Stemkohieren Achtkarspelen bijna verbrand (1796)

Inleiding

In 1796 stelde een comité uit Achtkarspelen aan het provinciebestuur voor om de stemkohieren maar te verbranden. Die pasten niet meer bij de nieuwe tijd die na de patriottische omwenteling van 1795 was aangebroken. Voor die tijd was het stemrecht gekoppeld aan het bezit van bepaalde boerderijen. Die waren steeds meer in handen gekomen van een kleine politieke elite. Gelukkig voor stamboomonderzoekers besloot het provinciebestuur om de stemkohieren toch nog maar even te bewaren. Lees verder “Stemkohieren Achtkarspelen bijna verbrand (1796)”