Een van mijn voorouders was Tierckien Phocei. Zij trouwde in 1686 met Hindrick Adolphs Cop en woonde in Stroobos. Dat dorp behoorde toen deels tot Friesland en deels tot Groningen. Zij woonden aan de Groninger kant. Hindrik Cop was commissaris en hield namens het bestuur van ‘Stad en lande’ toezicht op het scheepvaartverkeer, in het bijzonder op de trekschuiten. Je mocht als schipper niet zomaar alles en iedereen over de huidige provinciegrens vervoeren. Daarvoor moest je betalen. Later meer over Tierckien en haar man. Ik wil het nu eerst hebben over de familierelatie tussen haar en de notaris Harmannus Phocei. Hij woonde eerst in Kollum en later in Augustinusga. Volgens de bron van wie ik beide namen heb zou Harmannus de vader van Tierckien zijn, maar volgens mijn onderzoek is dat onmogelijk. Voordat ik zelf diep de bronnen indook, waren zij de enige twee personen met deze achternaam die ik kende. Een familierelatie tussen beide personen lag dus wel voor de hand. Zeker omdat Tierckien Phocei volgens de stemkohieren in 1698 een huis in Kollum bezat.
Lees verder “De familierelatie tussen Harmannus en Tierckien Phocei”Auteur: Sake Wagenaar
Afschrift uit 1802 van reisverslag op rijm Hepke Egberts 1783 (2)
Dit is de volledige transcriptie van het in 2022 opgedoken afschrift door Goitsen Pytters uit 1802, sinds februari 2022 aanwezig in gemeentearchief van Achtkarspelen. Zie voor meer informatie het artikel Afschrift uit 1802 van reisverslag op rijm Hepke Egberts 1783 (1) en het oudere artikel Reisverslag op rijm uit 1783.
Een gedigt of verhaal
Van ene plaisierige reis van twee jongelingen na Holland gedaan zijnde, de eene een zoon van Sijmen Eijes, woonachtig op het Zuider huister veen, out int 23 jaar en de ander een soon van Egbert Hepkes, woonagtig bij Bouwetille onder het beheer van Surhuisem, out int het 22 jaar, gedaan in den jare 1783.
Afschrift uit 1802 van reisverslag op rijm Hepke Egberts 1783 (1)
Mijn voorvader IJe Symens (Luimstra) maakte in 1783 vanuit Friesland een reis van twee weken langs een aantal Hollandse steden. Hij deed dat samen met zijn neef Hepke Egberts (Buma), die hun reis heeft beschreven in een lang gedicht. Daarover heb ik in 2012 uitgebreid geschreven op deze website. Tot nu toe was het gedicht alleen overgeleverd via een afschrift dat een zoon van de dichter in 1841 heeft gemaakt (www.egodocument.net).
Op 3 februari 2022 kreeg ik een tip van het gemeentearchief van Achtkarspelen dat het gedicht was opgedoken in een bundeltje documenten dat de gemeente van het Scheepvaartmuseum die dag had ontvangen. Pas op 7 december 2022 was ik in de gelegenheid om het document in Buitenpost te gaan bekijken. Ik had gehoopt het origineel te zien, maar het was een onbekend afschrift uit 1802. Op dat moment werd een deel van de documenten tentoongesteld in de ontvangstruimte van het gemeentehuis.
Lees verder “Afschrift uit 1802 van reisverslag op rijm Hepke Egberts 1783 (1)”De ‘oude scheperij’ onder Harkema Opeinde (1764)
Op de kaart van 1718
Op de Schotanus-Halmakaart van Achtkarspelen uit 1718 staat direct ten westen van de Baukewyk onder Harkema Opeinde een huis getekend. Ik had me al vaak afgevraagd wat dat voor huis was. In het uiterst zuidwestelijke deel van Achtkarspelen stonden toen nog vrijwel geen huizen, met uitzondering van de directe omgeving van Rottevalle. De vervening was nog volop gaande. De oudste kadastrale kaart van het gebied, gemaakt rond 1824, toont ongeveer op die plek twee percelen weiland (Drogeham D481 en D482) die vanwege hun omvang meer aan een huisperceel doen denken. Ik heb nu vrij toevallig ondekt dat hier een scheperij heeft gestaan en dat hier voorouders van mij hebben gewoond.
Lees verder “De ‘oude scheperij’ onder Harkema Opeinde (1764)”De scheperij van Rienk Rienks Dijkstra in Bakkeveen (1852)
Volgens een notariële akte waren mijn voorouders Rienk Rienks Dijkstra (1787-1867) en Tjimkje Oenes de Vries (1795-1881) tot 1852 eigenaar van een huis, schuur en schaapskooi, aan de oostkant van Bakkeveen. Op die plek staat nu aan de Mjûmster Wei nog een monumentale boerderij, genaamd De Scheperij.
Lees verder “De scheperij van Rienk Rienks Dijkstra in Bakkeveen (1852)”De reis van Salomon Jetses naar Nederlands Indië (1766-1768)
Als hij niet had aangemonsterd op een VOC-schip, zou ik nooit van zijn bestaan hebben geweten. Salomon Jetses uit “Suurhuuster veen bij Leeuwarden in Vrisland” wordt van 1766 tot 1768 vermeld in de scheepssoldijboeken van de Kamer Rotterdam van de Verenigde Oostindische Compagnie. Ik denk dat hij een zoon was van Jetse Wybes en Rinskje Salomons uit Surhuisterveen. Tot voor kort wist ik alleen dat zij een zoon Jan Jetses hadden. Zijn kinderen namen in 1811 de achternaam Ploeg aan. Via de families Bakker en Luimstra stam ik van hem af.
Lees verder “De reis van Salomon Jetses naar Nederlands Indië (1766-1768)”Woonhuis Geert Aans de Haan onder Drogeham
Dankzij een notariële akte heb ik de exacte plek onder Drogeham ontdekt waar mijn betovergrootvader Geert Aans de Haan (1819-1894) heeft gewoond. Hij was het grootste deel van zijn leven arbeider van beroep. Later was hij ‘karrijder’. Mogelijk ging dat om een bodedienst met een hondenkar op een grotere plaats in de buurt.
Oebele Andries van Dijk en de Russische veldtocht (1812)
Op 24 februari 1812 moet Oebele Andries van Dijk zich in Leeuwarden melden voor actieve militaire dienst. De verzamelplaats is op het Tournooiveld achter De Doelen. Hij is een boerenzoon, geboren op 23 maart 1790 te Oostermeer (en dan dus 22 jaar oud). Zijn ouders, Andries Atzes van Dijk en Hylkjen Hepkes, wonen dan op het Witveen. Hun boerderij stond op de hoek van de Seadwei en de Mûntsegroppe (huidig adres: Seadwei 27, Oostermeer). Later woonden ze in Rottevalle. Als Nederland in 1811 bij Frankrijk wordt ingelijfd, wordt ook de dienstplicht ingevoerd. Wie in dienst moest, wordt bepaald door loting. Oebele behoort tot de lichting 1810. Hij wordt ingeloot, met lotnummer 24. Voor hem loopt het niet goed af. Hij komt namelijk voor op lijsten van vermisten die na afloop van de desastreus verlopen Russische veldtocht zijn opgesteld. In dit artikel probeer ik te achterhalen wat er met hem kan zijn gebeurd.
Lees verder “Oebele Andries van Dijk en de Russische veldtocht (1812)”
Benoeming Gooitzen Luimstra tot procureur-fiscaal van Achtkarspelen (1738)
De familie Luimstra dankt haar naam aan Gooitzen Deddes Luimstra. Bij de verplichte invoering van familienamen in 1811 nam zijn schoonzoon Symen IJes de achternaam van zijn vrouw Janke Luimsta over. Gooitzen Luimsta heeft verschillende officiële ambten vervuld, zoals procureur-fiscaal bij het nedergerecht Achtkarspelen en commies van ’s lands middelen in Oostergo. Dit artikel gaat over de eerste functie en wat ik daarover te weten ben gekomen via de recesboeken van Achtkarspelen.
Lees verder “Benoeming Gooitzen Luimstra tot procureur-fiscaal van Achtkarspelen (1738)”
Veerdiensten van Friesland op Amsterdam (1767)
In een boek van de Amsterdamse stadsgeschiedschrijver Jan Wagenaar uit 1767 vond ik een beschrijving van de binnenlandse veerdiensten van en naar Amsterdam. Ik deed deze vondst toen ik onderzoek deed naar een reis die een voorouder in 1783 vanuit Friesland naar Holland maakte (zie Reisverslag op rijm uit 1783 op mijn website). Voor dit artikel heb ik de verbindingen van en naar Friesland bij elkaar gezocht. Lees verder “Veerdiensten van Friesland op Amsterdam (1767)”