De reis van Salomon Jetses naar Nederlands Indië (1766-1768)

Als hij niet had aangemonsterd op een VOC-schip, zou ik nooit van zijn bestaan hebben geweten. Salomon Jetses uit “Suurhuuster veen bij Leeuwarden in Vrisland” wordt van 1766 tot 1768 vermeld in de scheepssoldijboeken van de Kamer Rotterdam van de Verenigde Oostindische Compagnie. Ik denk dat hij een zoon was van Jetse Wybes en Rinskje Salomons uit Surhuisterveen. Tot voor kort wist ik alleen dat zij een zoon Jan Jetses hadden. Zijn kinderen namen in 1811 de achternaam Ploeg aan. Via de families Bakker en Luimstra stam ik van hem af.

Inschrijving Salomon Jetses in scheepssoldijboek 1766-1768, linkerpagina (debet)

Ouders

Dat er zo weinig bekend is van de kinderen van Jetse Wybes en Rinskje Salomons, komt doordat zij doopsgezind waren. Ook hun huwelijksdatum is onbekend. Ze worden voor het eerst samen genoemd op 10 februari 1742. Dan laten ze zich dopen in de vermaning van Surhuisterveen. In 1745 is Jetse diaken van die gemeente. Hij komt ook voor in twee belastingregistraties.

De eerste is de volkstelling die in 1744 in Friesland is gehouden. Zelf heb ik in 2012 voor Tresoar een transcriptie van de gegevens van Achtkarspelen gemaakt. Nu zijn die te doorzoeken op allefriezen.nl, maar ze staan ook nog op mijn eigen website. De officiële naam van deze registratie was “Omschrijvinge van familiën in Friesland, 1744”. Jetse Wybes staat onder Surhuizum, waar in deze volkstelling ook Surhuisterveen onder werd gerekend. Zijn gezin bestaat dan uit vijf personen en hij zegt een bedrag van 6 caroliguldens toe.

Vijf jaar later komt hij voor in de quotisatiekohieren van 1749, nu wel onder Surhuisterveen. Hij wordt omschreven als een boer die ‘redelijk in staat’ is. Zijn gezin bestaat uit twee volwassenen en vier kinderen (tot 12 jaar). Ze worden aangeslagen voor 13 guldens en 12 stuivers. Uit dit bedrag en de gezinssamenstelling kan ik afleiden dat zijn vermogen tussen de 500 en 600 gulden bedroeg. Dat bedrag bevestigt dat Jetse als boer redelijk mee kon komen, maar ook niet meer dan dat. De ondergrens voor het betalen van volledig hoofdgeld was namelijk 600 gulden.

Broers en zusters

Omdat er in 1749 vier kinderen zijn, en in 1744 waarschijnlijk drie, ben ik op zoek gegaan naar meer mogelijke kinderen. Salomon Jetses heeft in ieder geval vier broers (mijn voorvader Jan Jetses, Tjeerd Jetses Ploeg, Pieter Jetses, Jetse Jetses) en een zuster (Aaltje Jetses van der Nadel). De volgorde waarin ze zijn geboren is niet bekend, maar Salomon is waarschijnlijk de oudste van hen omdat hij naar zijn grootvader van moederskant is genoemd. Volgens mijn reconstructie wonen ze later allemaal vlak bij elkaar aan de Dellen. Met uitzondering van Salomon Jetses, over wie in Friesland niets te vinden is. Omdat hij waarschijnlijk een van de oudste kinderen was, denk ik dat hij tussen 1740 en 1745 is geboren.

Surhuisterveen op de Eekhoff-kaart van Achtkarspelen uit 1844. Nakomelingen van Jetse Wybes woonden aan weerskanten van de Feanster Feart, ten noordoosten van de splitsing met de Irnsterweg (nu de Alde Jirden genoemd).

De reis naar Nederlands Indië

De reis van Salomon Jetses naar Nederlands Indië is beschreven op twee tegenover elkaar liggende pagina’s in het scheepssoldijboek. Op 30 april 1766 wordt hij koksmaat op de Bleijenburg. Als mijn veronderstellingen kloppen, is hij dan 21-26 jaar oud. Het is nog een nieuw schip, in 1765 in Rotterdam gebouwd, met een lengte van 140 voet (circa 44 meter) en een laadvermogen van 440 last (880 ton). Dus iets korter dan het spiegelretourschip Batavia, waarvan nu een replica bij het Scheepvaartmuseum in Amsterdam ligt (160 voet). De schipper is Frederik Wielard uit Koningsbergen (nu Kaliningrad). Op de lijst met opvarenden staan 281 personen. Twee van de matrozen zijn streekgenoten van Salomon Jetses: Volkert Wilts uit Augustinusga en Gerbrand Jans de Vries uit Oostermeer. De kok waar Salomon voor werkt is een Duitser, George Michiel Dresser.

Inschrijving Salomon Jetses in scheepssoldijboek 1766-1768, rechterpagina (credit)

Ze vertrekken op 30 april 1766 vanaf Goeree en komen op 20 augustus 1766 aan bij Kaap de Goede Hoop. Daar wordt de voedselvoorraad aangevuld en eventuele schade aan het schip gerepareerd. Na iets minder dan een maand, op 17 september 1766, gaan ze weer verder. Op 3 december 1766 arriveren ze in Batavia. De totale heenreis kost dus iets meer dan zeven maanden. Op 29 november 1766 wordt er 98 gulden als gage over zeven maanden aan zijn saldo toegevoegd. Hij verdient dus 14 gulden per maand. Salomon Jetses gaat in Batavia van boord, De Bleijenburg gaat door naar Bengalen.

Hierna is hij tot 14 oktober 1767 in het hospitaal van Batavia. Hij ontvangt wel gage, dus misschien werkte hij daar in de keuken. Op 6 november 1767 vertrekt hij met de Lekkerlust weer naar Nederland. De schipper is Bernard Hulleman uit Kampen. Ze liggen een maand bij Kaap de Goede Hoop (van 1 januari tot 2 februari 1768) en komen op 18 mei 1768 weer aan bij Goeree. De Lekkerlust was in 1755 in Hoorn gebouwd en heeft dezelfde lengte en hetzelfde laadvermogen als de Bleijenburg (140 voet en 440 last of 880 ton). Het schip biedt plaats aan 242-262 man.

Hij monstert af en de afrekening vindt plaats op 2 juni 1768. Salomon Jetses tekent voor ontvangst van het batig saldo van 71 gulden, 1 stuiver en 5 penningen. Hij is ruim twee jaar weggeweest. Op 15 september 1768 is er nog een aantekening in het scheepssoldijboek die waarschijnlijk te maken heeft met de aflossing van de schuld die hij voor zijn vertrek had gemaakt. Daarna verdwijnt hij weer voorgoed uit beeld.

Links

De enige schriftelijke sporen van Salomon Jetses zijn hier gedetailleerder te bekijken:
http://proxy.handle.net/10648/ebb779ce-a272-e969-ede6-9f31bf531107
http://proxy.handle.net/10648/05745a18-7ca5-96b7-6566-2ec0cda59c5a

Zoek hier naar andere opvarenden:
https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/index/nt00444?searchTerm=

Lees hier hoe het aanmonsteren bij de VOC volgens een ooggetuige in zijn werk ging en wat daarbij de kwalijke rol van ‘zielverkopers’ was:
https://isgeschiedenis.nl/longreads/aanmonsteren-bij-de-voc

En hier hoe het was geregeld met voedsel en drank aan boord:
https://www.geschiedenis.nl/nieuws/artikel/3358/aan-boord-van-een-voc-schip-voedsel-en-drank