De brief uit Surhuizum die nooit aankwam (1779)

1 Inleiding

Sinds kort is op de website Brieven als Buit een grote verzameling oude brieven in te zien. Die brieven zijn afkomstig van Nederlandse schepen die in de 17e en 18e eeuw door de Engelsen zijn gekaapt. Enkele jaren geleden zijn de brieven ontdekt in de Britse National Archives. Slechts een klein deel is nu op de genoemde website te doorzoeken.

Ik was benieuwd of er ook brieven uit Friesland tussen zaten. Dat is op twee manieren te bekijken. De eerste manier is via de filters rechtsboven op de webpagina. Maar dat veronderstelt dat de plaatsen van de afzender en geadresseerde juist zijn herkend en ingedeeld. De tweede manier is zoeken via woorden in de tekst, linksboven op de webpagina. Langs deze weg vond ik een brief die ik meteen herkende als afkomstig uit Friesland. Op 1 november 1779 schreef de weduwe Alida Schouten een brief aan haar neef Fredrik Bernard Giffenig. Volgens de website is de achternaam Gifferig, maar ik vind het toch meer op Giffenig lijken. Ook stelt de website dat deze brief afkomstig is uit Duitsland. Het is eenvoudig aan te tonen dat dat niet klopt. Over de bestemming tast de website in het duister. Met de nodige moeite heb ik de woonplaats van de geadresseerde gevonden. Maar toen ik die eenmaal had, kwam ik geleidelijk aan steeds meer informatie over hem op het spoor. Verder heb ik over alle personen die in de brief worden genoemd wel iets gevonden. Lees verder “De brief uit Surhuizum die nooit aankwam (1779)”

Herberg Benthem in de betalingsordonnanties

In mijn artikel ‘De Emder wortels van de familie Staphorstius‘ (2010) noemde ik wijnheer en ammunitiemeester Jan van Benthem en zijn vrouw Rixt Simons, en het grote huis dat ze rond 1600 in Leeuwarden aan de Voorstreek bewonen. Later ontdekte ik in de ‘Betalingsordonnanties op de ontvanger-generaal‘ dat Benthem een zeer gerenommeerde herberg was. Dat werd bevestigd door een artikel in de Leeuwarder Courant (28-12-2012). De herberg Benthem blijkt een oud steenhuis uit de eerste helft van de zestiende eeuw te zijn. Een mooie aanleiding om in dit artikel de eerder gevonden gegevens op een rij te zetten.

Lees verder “Herberg Benthem in de betalingsordonnanties”

Reisverslag op rijm uit 1783

In 1783 maakt mijn voorvader IJe Symens met zijn neef Hepke Egberts een reis van twee weken langs een aantal Hollandse steden. De laatste maakt hiervan een verslag op rijm, dat voor zover bekend alleen is overgeleverd via een afschrift dat een zoon later heeft gemaakt. De reizigers komen beide uit vooraanstaande boerenfamilies. IJe Symens (later Luimstra) woont in Surhuisterveen aan de huidige Blauwhuisterweg. Hepke Egberts (later Buma) woont op de boerderij Buwetille onder Surhuizum.

Lees verder “Reisverslag op rijm uit 1783”

Volkstelling 1744 Achtkarspelen

In juli 2011 heb ik meegewerkt aan een initiatief van Tresoar om de gegevens van de Volkstelling van 1744 in te voeren. Ik heb toen alle gegevens van de gemeente Achtkarspelen ingevoerd. Uiteindelijk zullen de gegevens van heel Friesland te doorzoeken zijn op tresoar.nl. De gegevens van Achtkarspelen stel ik alvast beschikbaar in de vorm van een lijst.

Lees verder “Volkstelling 1744 Achtkarspelen”

Parenteel Sicke Nammes

Versie 27-12-2022

Inleiding

Sicke Nammes is de oudst bekende voorvader van de Wagenaars in directe mannelijke lijn. Dit overzicht bevat zeven generaties van zijn nakomelingen. Veel van hen waren schipper of schippersknecht. De familie heeft zijn oorsprong in Oostermeer en Rottevalle. De nakomelingen van Sicke Nammes komen in verschillende delen van Friesland terecht, o.a. in Leeuwarden, Heeg, Stavoren, Lemmer, Harlingen, Franeker, Bergum en Garijp. Maar ook in de provincie Groningen en aan de overkant van de Zuiderzee. Twee takken van de familie hebben zich daar gevestigd in plaatsen als Enkhuizen, Medemblik en Hoorn. Omdat het vooral schippers waren, kwamen ze veel verder van huis dan de meeste van hun dorpsgenoten. Dat blijkt ook uit de plaatsen waar hun kinderen werden geboren. De belangrijkste achternamen in deze familie zijn Siedzes (met alle denkbare varianten), De Jong, Wouda, De Boer, Wagenaar, Hoff, Van der Woude, Mantel en De Vries (zie namenindex).

Een kleinzoon van Sicke Nammes, Sierd Sakes, vertrekt in 1740 als predikant naar Nederlands Indië. Hij noemt zich dan Sirardus Brouwer en is predikant in Malakka en Batavia. Een achterkleindochter van hem trouwt met Dirk van Hogendorp. Die is later generaal in het leger van Napoleon en krijgt als dank een grafelijke titel. Zijn zoon Carel Sirardus Willem van Hogendorp neemt aan Franse zijde deel aan de Slag bij Waterloo.

In de achtste generatie komen er nakomelingen terecht in de Verenigde Staten (Wisconsin) en op de Nederlandse Antillen (Curaçao).


Lees verder “Parenteel Sicke Nammes”

Familienotities in album Suffridus Saarda

Suffridus Saarda studeerde aan de universiteit van Franeker, waar hij later ook promoveerde. Tijdens zijn studie legde hij een album amicorum aan (1604). Dat ‘vriendenboek’ bevat bijdragen van o.a. hoogleraren en medestudenten. Later werd het gebruikt voor familienotities. Die aantekeningen heb ik nu grotendeels ontcijferd.

Lees verder “Familienotities in album Suffridus Saarda”

Genealogie Dijkstra/Sytsma/Scheidema

Versie 27-12-2022

Inleiding

Als in 1811 familienamen moeten worden geregistreerd, kiezen de twee broers Jetse Sytzes (Wijnjeterp) en Rienk Sytzes (Ureterp) voor de achternaam Dijkstra. Over hun ouders, Sytze Jitzes en Yke Aukes, is heel weinig bekend. Niet waar en wanneer ze zijn getrouwd. Wel dat ze tussen 1749 en 1767 acht kinderen lieten dopen. De oudste vijf in Gorredijk; de jongste drie in Lippenhuizen/Terwispel/Hemrik. In de quotisatiekohieren van 1749 komt Sytze Jitses niet voor. Misschien woonde het echtpaar toen nog niet op zichzelf. Waarschijnlijk zijn ze kort voor 1749 getrouwd.

De Dijkstra’s woonden vooral in Opsterland (Wijnjeterp, Ureterp, Duurswoude, Bakkeveen, Terwispel, Siegerswoude, Kortezwaag) en daarnaast in Ooststellingwerf (Haulerwijk, Appelscha) en de provincies Groningen (De Wilp, Midwolde, Leek, Doezum, Marum, Nuis, Lutjegast) en Drenthe (Zeijen, Norg, Odoornerveen). De achternaam Dijkstra is afgeleid van ‘dyk’, wat in het Fries ‘weg’ betekent. Dijkstra is de op twee na meest voorkomende naam in Friesland.

Twee andere kinderen van Sytze Jitses en IJke Aukes, Wybe en Antje, kiezen in 1812 de achternaam Sytsma of Sietsma (later ook aangetroffen als Sytzema of Sietzema). Van beide kinderen zijn veel nakomelingen bekend. In deze genealogie wordt alleen het nageslacht van Wybe Sytses gevolgd. En daarvan slechts enkele generaties, waarvan de leden vooral in Boornbergum woonden.

Tenslotte kiest Petrus Sytzes in 1812 de achternaam Scheidema. Hij woont dan in Bakkeveen. Mogelijk heeft zijn naam iets te maken met de ligging van het dorpsgebied tegen de provinciegrens. De Scheidema’s wonen eerst in Opsterland (Bakkeveen) en Ooststellingwerf (Haulerwijk). Latere generaties komen via Drenthe (Odoornerveen, Schoonoord/Sleen, Bovensmilde/Smilde) in de provincie Groningen (Slochteren, Scheemda) terecht. Daar woont nu het grootste deel van de Scheidema’s. Het waren eerst voornamelijk arbeiders.


Lees verder “Genealogie Dijkstra/Sytsma/Scheidema”

Genealogie Van der Kloet

Versie 27-12-2022

Inleiding

Als in 1811 in Friesland familienamen moeten worden gekozen, zijn er maar twee personen die de achternaam Van der Kloet laten registreren. De ene is Sake Jans van der Kloet uit Garijp. Hij en zijn nakomelingen blijven deze achternaam consequent gebruiken. De andere is de voogd van de kinderen van Wybe Geeles. Hij neemt voor hen weliswaar de achternaam Van der Kloet aan, maar in de burgerlijke stand komen zij en hun nakomelingen alleen onder de naam Kloetstra voor. Alle Friese Van der Kloeten behoren dus tot dezelfde familie.

Sake Jans van der Kloet was een zoon van de welgestelde boer Jan Romkes. Die pachtte net als zijn vader de boerderij die stond op de plek waar voor de hervorming het klooster van Siegerswoude (onder Garijp) stond. Ook Sake Jans is hier enkele jaren boer. Later wordt zijn plaats ingenomen door zijn broer Romke, die in 1811 de achternaam Kloosterman aanneemt. Sake Jans van der Kloet oefent daarna nog verschillende beroepen uit (schipper, koopman/winkelier). In de laatste periode van zijn leven had hij een huis in Garijp aan de Inialoane, waar nu de Iniabar is gevestigd.

De nakomelingen van Sake Jans van der Kloet wonen binnen Friesland voornamelijk in de gemeenten Tietjerksteradeel (Garijp, Bergum, Hardegarijp) en Achtkarspelen (Surhuizum, Augustinusga). Een deel gaat in de provincie Groningen wonen, bijvoorbeeld in Grootegast en Doezum. De meeste nakomelingen waren arbeider van beroep.

Buiten Friesland woonden in de negentiende eeuw wel andere families Van der Kloet. In chronologische volgorde trof ik die in GenLias aan in de volgende gemeenten: Dordrecht (vanaf 1812), Vreeland (vanaf 1830), Bergambacht (vanaf 1835), Schoorl (vanaf 1845), Arnhem (vanaf 1853), Bergen op Zoom (vanaf 1854), Meppel (vanaf 1864), Zwijndrecht (vanaf 1866), Amsterdam (vanaf 1869), Axel (vanaf 1889), Rheden (vanaf 1890) en Gorinchem (vanaf 1895). Het grootste aantal Van der Kloeten komt in de negentiende eeuw voor in Dordrecht. In de andere gemeenten gaat het in veel gevallen om personen die afkomstig zijn uit die stad.


Lees verder “Genealogie Van der Kloet”

Woonhuis Simon Luimstra en Antje Bakker

Inleiding

Mijn overgrootouders Simon Reinders Luimstra (1857-1921) en Antje Hielkes Bakker (1857-1939) woonden in Surhuisterveen. Volgens mijn moeder was dat ten zuidoosten van het Blauhûs een eind het land in, ongeveer tegenover de boerderij van de ouders van Simon Luimstra. Dat waren Reinder Simons Luimstra (1835-1903) en Sjoukje Teijes van der Laan (1833-1927). Ze woonden op een plek waar al verscheidene generaties Luimstra voor hen hadden gewoond. Dit blijkt uit de tekst van een gevelsteen waarover ik al eerder op deze website heb geschreven. Dit gebied werd vroeger vaak aangeduid als ‘boppe op ’t Fean’ (bovenop Surhuisterveen). Ik had al jaren een vermoeden waar het huis van mijn overgrootouders heeft gestaan, maar nu is dat vermoeden pas bevestigd. Lees verder “Woonhuis Simon Luimstra en Antje Bakker”

Boedelscheiding Reinder Simons Luimstra 2

Van de boedelscheiding van mijn betovergrootvader Reinder Simons Luimstra uit 1904 is een volledige transcriptie gemaakt. Uit de documenten blijkt o.a. dat Simon Reinders Luimstra onder huwelijksvoorwaarden was getrouwd en dat hij volgens zijn testament wilde dat zijn weduwe tot haar dood over zijn volledige erfenis kon beschikken. Zijn kinderen stemden hier echter niet mee in. De boedel moest dus worden verdeeld. Hier kwam een hele stapel papieren aan te pas. Uiteindelijk erfde elk van zijn acht kinderen (of hun erfgenamen als ze waren overleden) 4288 gulden! Om aan te geven hoeveel geld dit toen was: dit was ongeveer de helft van de taxatiewaarde van de boerderij van Reinder Simons Luimstra incl. de paar stukken land erom heen.

De totale nalatenschap van Reinder Simons Luimstra bedroeg 45.735 gulden. Zijn weduwe, Sjoukje Teyes van de Laan, kreeg een kwart (11.434 gulden). De rest werd over de acht ‘staken’ verdeeld (elk 4.288). Lees verder “Boedelscheiding Reinder Simons Luimstra 2”