Grootschipper Michiel Gabbes uit Harlingen was een verre voorouder van de familie Wagenaar. Hij wordt in 1594 in Harlingen geboren als zoon van Gabbe Dirks en Neeltje Willems. In 1618 trouwt hij daar met Liefke Wytzes. Vrij toevallig ontdekte ik dat hij tweemaal wordt genoemd in de Besluiten der Staten-Generaal 1626-1630. De eerste keer, in 1626, wordt hij genoemd als gevangene van Duinkerker kapers.
30 januari 1626 (resolutie 5)
Gedeputeerde Staten van Friesland verzoeken in een brief van 10 jan. aan de lijst van tegen de Duinkerkers te ruilen gevangenen toe te voegen: de te Oostende verblijvende Michiel Gabbes, burger en grootschipper uit Harlingen, Pieter Dirxen, stuurman uit Waterland, Simon Fredericxen en Aucke Hommes, respectievelijk hoogbootsman en bootsman uit Workum, Feijte Sijverts, timmerman uit IJlst en Buwe Pietersz. van Ameland.
HHM* gaan akkoord
*HHM = Hunne Hoog Mogenden
De Republiek der Verenigde Nederlanden is op dat moment in oorlog met Spanje (Tachtigjarige Oorlog). Dat land heeft een admiraliteit gevestigd in Duinkerke (het huidige Dunkerque in Noord-Frankrijk). Hier vallen ook Oostende en Nieuwpoort onder. Vanuit deze havensteden opereren niet alleen oorlogsschepen van de koning van Spanje (‘koningsschepen’) maar ook particuliere schepen die toestemming hebben (kaapbrief) om vijandige schepen te veroveren. Omgekeerd hebben kapiteins van de Republiek de instructie om Duinkerker kapers als zeerovers te behandelen. Op bemanningen van veroverde kapersschepen moet ‘voetenspoeling’ worden toegepast (het zonder vorm van proces overboord zetten van gevangenen). Hier is veel weerstand tegen. Vanaf 1623 worden er tussen de Republiek en Spanje af en toe overeenkomsten gesloten om gevangenen tegen elkaar uit te ruilen. Aan een van die overeenkomsten heeft Michiel Gabbes het te danken dat hij terug kan keren naar Harlingen. Dat dit ook echt is gebeurd, blijk uit het feit dat hij later nog verschillende keren als burger van Harlingen wordt genoemd.
Hoewel de resolutie daar niets over zegt, is het waarschijnlijk dat de andere mannen die worden genoemd tot de bemanning van het schip van Michiel Gabbes behoren. Het kan nooit de volledige bemanning zijn geweest. Er worden bijvoorbeeld geen matrozen genoemd. Het is onduidelijk wat er met hen is gebeurd. Zijn die misschien overboord gegooid? Of zijn ze al eerder vrijgelaten omdat ze minder waarde hadden met het oog op een gevangenenruil? Over de genoemde personen heb ik verder geen informatie gevonden in Friesland.
Als Michiel Gabbes gevangen zit, zit zijn vrouw thuis met in ieder geval twee kleine kinderen. Er zijn vijf kinderen van hem bekend, maar twee daarvan komen niet voor in de doopboeken van Harlingen. Van hen is dus niet bekend wanneer ze zijn geboren. Na zijn vrijlating gaat Michiel Gabbes opnieuw aan de slag als schipper. Maar in 1629 heeft hij weer pech. Hij wordt opnieuw genoemd in de resoluties van de Staten-Generaal. Nu omdat zijn schip in beslag is genomen namens de koning van Denemarken.
7 augustus 1629 (resolutie 10)
Op het verzoek van Michiel Gabbes en Egbert Harens, schippers uit Harlingen, dat wordt ondersteund door een brief van het stadsbestuur van Harlingen, verlenen HHM hun een voorschrijven aan de koning van Denemarken om hun schepen en goederen terug te krijgen.
Hier leid ik uit af dat Michiel Gabbes ook op de Oostzee voer. Dat was ook wel te verwachten, omdat dat in die tijd de meest voorkomende handelsbestemming was (‘moedernegotie‘). Tot nu toe had ik daar wat Michiel Gabbes betreft geen concrete gegevens over. In de Sonttol-registers is veel informatie bewaard gebleven over de doorvaarten door de Sont, omdat daar tol moest worden betaald aan de koning van Denemarken. Een deel van registers is toegankelijk via de website Soundtoll Registers Online. Omdat de oudste boeken van voor 1630 zeer moeilijk leesbaar zijn, zijn daaruit nog maar heel weinig vermeldingen op de Sonttol-website te vinden. De vroegste vermeldingen van Harlinger schippers die ik tot nu toe heb gezien zijn van 1634. Tussen 1635 en 1644 komt Arjen Gabbes, een broer van Michiel Gabbes, verschillende keren voor.
Het is onduidelijk waarom beide Harlinger schepen in beslag waren genomen. Voor zover ik na heb kunnen gaan, was de Republiek in 1629 niet in oorlog met Denemarken. Dat wil niet zeggen dat er niet zo af en toe wrijving tussen beide landen bestond. Maar het kan ook zijn dat de twee Harlinger schippers de regels voor de doorvaart door de Sont hadden overtreden. Of ze hun schepen hebben teruggekregen is niet bekend. Egbert Harings wordt vanaf 1634 nog wel enkele keren vermeld in het Sonttol-register. Dat zou kunnen betekenen, dat de schippers inderdaad hun schip terug hebben gekregen. Michiel Gabbes wordt van 1635 tot 1639 nog vermeld als vroedsman van Harlingen. Mogelijk is hij dan al niet meer actief als schipper. In 1638 hertrouwt hij met Jancke Jouckes. Maar het jaar daarop overlijdt hij al.
Links
gahetna.nl: Vierhonderd jaar betrekkingen Denemarken
historici.nl: Besluiten der Staten-Generaal 1626-1651
Historischnieuwsblad (2009), Kaperbestrijding in de Gouden Eeuw