Mijn voorvader Molle Wygers was molenaar. Hij bleef niet steeds op dezelfde plek. Hij bezat achtereenvolgens de molens van Langezwaag, Drachten, Opeinde en Kooten. Aan het eind van zijn leven was hij failliet. Dit artikel gaat over zijn molens en de financiële situatie aan het eind van zijn leven.
Molle Wygers was de vader van Sytske Molles, de vrouw van Gooitzen Deddes Luimstra (procureur-fiscaal en commies). Zij woonde in Augustinusga. Haar zuster Geeske was getrouwd met Abraham Couperus (meester schoenmaker en vroedsman) en woonde in Leeuwarden. Van hen stamt de schrijver Louis Couperus af. Molle Wygers was twee keer getrouwd, eerst met Ybeltie Alles (voor 1687), daarna met Saeckjen Clases (1700). Dankzij het onderzoek naar zijn bezittingen kwam ik ook meer over zijn eigen familie te weten.
Langezwaag (1695-1702)
In 1695 leeft zijn eerste vrouw Ybeltie Alles nog. Ze kopen dan samen een molen met toebehoren in Langezwaag, inclusief bakkersgereedschap, huis, schuur en erf. De verkopers zijn Hidser Doekes en Trijntie Piers. Zij hadden de molen gekocht van de weduwe en erfgenamen van Folkert Folkerts. De koopsom bedroeg 2.995 caroliguldens en een gouden dukaat.
Molle Wijgers, mr. kuiper tot Lippenhuijsen en IJbeltie Alles egtelieden B.B. en C. op de coop van sekere wint of rogmolen met seijltouwen, halve cabel, koevoet, boekwijt.. ….. ketel en trog sampt backers gereetschap mitsgades huijsinge schuire hovinge en hieminge cum annexis, alles staande en gelegen in de Langezwagen vermits sijn verdere lasten profijten, servituten en geregtigheden invoege het de vercoper competeert en voormaels in coop heeft becomen van de weduwe en erfgenamen van wijlen Folkert Folkerts en tegenwoordig bij hem sels wort gebruikt en gepossideert also gecogt van Hidser Doekes, molenaar in de Langezwagen voor hem selven en de rato caverende voor Trijntie Pierts sijn huisvrouw voor de soma van twe duijsent negen hondert vijf en negentig cargl. ijder gulden xx s: doende met daer te boven een gouden ducaton tot een geschenk voor des vercopers huijsvrouw (…).
Proclamaties: 19 september, 10 oktober 1695, 17 oktober 1695
De plek waar de molen stond is te zien op de grietenijkaart van Opsterland in de atlas Schotanus-Halma uit 1718. Bij het begin van het kadaster rond 1830 staat op deze plek geen molen meer.

Ergens tussen 1695 en 1700 overlijdt Ybeltie Alles. Wyger Molles hertrouwt in 1700 te Langezwaag met Saeckjen Clases. Ze wonen eerst nog in Langezwaag, maar vertrekken volgens het lidmatenboek van de hervormde gemeente eind 1702 naar Drachten.
Zuiderdrachten (1702-1716)
Uit akten in de proclamatieboeken van Smallingerland en Opsterland blijkt dat Molle Wygers zijn molen in Langezwaag in 1702 heeft geruild tegen de molen van Zuiderdrachten. Molle Wygers krijgt behalve de Drachtster molen ook een nieuw gebouwd huis. In ruil geeft hij de molen en een huis in Langezwaag en een zathe en landen in Hemrik. Ook moet hij 80 gulden bijbetalen. Dat wijst erop dat de molen van Zuiderdrachten meer waard was dan de molen van Langezwaag.
Molle Wijgers b, b en c* op de permutatiecoop van seekere rogh offte windtmolen in de Drachten met al het geene daer aen dependeert, mitsgaders het backers gereetschap van trogh ketels en schotels en oven staende in het huijs bij de verwandelaer** aen Hendrick Wijgers verhandelt, welke oven en backers gereetschap de proclamant vrij sal staen om uijt gemelte huijsinge te mogen breecken sullende de proclamant daer bij noch genieten de nieuwe huijsinge mede aldaer staande in de voorleden jaere bij Hendrick Wijgers gebouwt zijnde dese en de molen plaets te saemen beswaert met negen cargls acht strs jaerlijke grondtpacht alsoo bij permutatiecoop becomen van Nolle Jans tegens seeckere huijsinge en schuyre sampt windt molen en vordere gereedtschappen in de Langswaegen ende tegen seeckere zathe en landen met de huijsinge en schuyre samp bouw weijd en hoyland en veenen en velden daer onder behorende gelegen in de Hemrick met een toehaecke van tachtig cargls de costen halff en halff breder vermogens de wandelbrieff in dato den 15 februarii 1702 daer aff zijnde.
de 1 procl. den 2 maij 1702.
de 2 procl. den 9 dito.
de 3 procl. den 13 junii 1702.
Fiat consent.* b, b & c = begeert boden en consent
** Uit een eerdere proclamatie blijk dat Nolle Jans een huis had verkocht aan Hendrik Wygers.
Ik had al snel een vermoeden dat Hendrick Wijgers een broer van Molle Wygers was. Dat vond ik later bevestigd in het proclamatieboek van Opsterland. In februari/maart 1702 zijn daar verschillende bezwaren tegen de ruil tussen Molle Wygers en Nolle Jans. Twee personen hebben nog geld tegoed van Molle Wygers (substituut-secretaris Lycklama à Nijeholt en Jouke Ates). Syts Jans, de moeder van zijn eerste vrouw Ybeltie Alles, maakt namens haar kleinkinderen bezwaar tegen de vervreemding van moederlijk goed. Volgens Hendrick Wijgers, die hier een volle broer wordt genoemd, klopt de proclamatie niet met het oorspronkelijke koopcontract. Het gaat hier over maden en marschen te Hemrik. Ten tweede ontbreekt er een conditie die door Molle Wijgers nadrukkelijk was ingebracht. Hendrick Wygers legt met succes het niaer op de plaats in de Hemrik. Dat verklaart waarom stem 9 van Hemrik (in 1698 van Molle Wygers) in 1728 van twee zonen van Hendrick Wygers was! De overdracht van de molen gaat uiteindelijk wel door.
Het volgende fragment van de grietenijkaart van Smallingerland in de atlas Schotanus-Halma uit 1718 laat zien waar de Drachtster molen stond (rechtsonder). Het was een vierkante standaardmolen, die in 1716 werd vervangen door een achtkantige model. Molle Wygers was volgens mij de laatste molenaar op de oude molen.

Smallinger Opeinde (1716-1719)
Op 26 januari 1716 ruilt Molle Wygers de molen van Zuiderdrachten in voor de molen op de Kletten onder Smallinger Opeinde. Beernt Clases was de vorige eigenaar. Er was een flink verschil in waarde tussen de twee molens. Als ik de akten goed heb begrepen, moest Beernt Clases 6.000 caroliguldens bijbetalen. En ook nog 9 zilveren ducatons voor Saeckien Clases en haar kinderen en 2 voor de Drachtster buitenarmen (d.w.z. de armvoogdij). De Kletster molen is te zien op het hiervoor getoonde kaartfragment (linksboven).
Op 19 december 1719 is er alweer een andere molenaar op deze molen actief. Cornelis Symens, voorheen molenaar te Augustinusga, wordt dan als molenaar op de Kletten genoemd in het recesboek van Achtkarspelen. Via de naam van de koper kon ik de verkoop van de molen terugvinden in het proclamatieboek van Smallingerland. Op 24 oktober 1718 koopt Cornelis Symens de Kletster molen van Molle Wygers, voor 4.365 caroliguldens en 50 stuivers. De verkoop werd op 13 december 1718 definitief. Omdat deze molen in 1735 is gesloopt, staat die niet op de Eekhoff-kaart van 1840.
Kooten (1719-1727)
Begin 1719 kopen Molle Wygers en zijn vrouw een huis, windmolen en bakkerij te Kooten. De verkopers waren Jan Jochums Brouwer c.s. te Burum. De koopprijs bedroeg 3.600 goudguldens. De derde proclamatie was op 27 maart 1719. De plek waar de molen stond is te zien op de grietenijkaart van Achtkarspelen in de atlas Schotanus-Halma uit 1718.

In 1727 verkopen Molle Wygers en Saeckien Clases de molen voor een veel lager bedrag, namelijk 2.200 goudguldens, en dan ook nog uitgesmeerd over acht termijnen.
Willem Gerrits ende Jeltie Roeloffs echtel: in den dorpe Drogeham, doen proclameren sekeren heerlijcke rogh ende windt molen sampt huijsinge, schuijre, hovingge, hieminge, bomen ende plantagie, backerie met desselffs gereedschappen soo tot de backerie als de molen behorende geen exempt, staende ende gelegen in den dorpe Cooten, sijnde belast met drie carg: grontpacht te betalen ’s jaerlijx aen Jan Tiebles cum socius gebruijkende satheplaats, sampt het malen voort geheele jaer voor de helfte bij dat huis wordende verconsumeert, hebbende Jan Tiebles cum socius ten oosten en zuijden de herewegh ten westen ende Ate Lammerts erffgenamen ten noorden en dat met alt gene wat in om ende aen de voorss. huysinge cum annexis, aerd bandt, spijker ende nagelvast is, wijders met lasten profijten actien, servituten ende gerechtigheden daertoe ende aenbehorende geen exempt welcke alle sullen comen tot laste van de echtel: proclamanten Aldus gecocht van Molle Wijgers ende Saeckien Clases echtel: molenaers in de Cooten voor tweeduijsent twee hondert gg. te betalen op acht termijnen als 1e maijdagen annorum 1727, 1728, 1729, 1730, 1731, 1732, 1733 en 1734 elx een gerechte achte part, en dat alles in goeden gangbaren gemunten vrijen cost ende schadeloosen gelde breder vermogens den coopbrieff daer aff zijnde.
Den 24 febry 1727 de 1e proc:
Den 10 martij 1727 de 2e proc:
Den 7 april 1727 de 3e proc.
Problematische schulden (1727)
In 1727 zitten Molle Wygers en zijn vrouw diep in de financiële problemen. Omdat al hun bezittingen in beslag waren genomen, moest hun zoon Alle Molles (molenaar te Akkerwoude) hen te hulp komen. Dat blijkt uit een akte van 22 juni 1727 in het hypotheekboek van Achtkarspelen.
Molle Wijgers en Saeckjen Clases echteluijden in Optwijsel woonachtig, ten eenenmael buijten staet sijnde gebracht van onse cost te kunnen winnen door dien onse goederen alle ons door den Hoffe deurwaarder sijn affhandig gemaeckt, en mijnen soon door innerlijcke mededoogen bewogen, met name Alle Molles, heeft navolgende goederen ons bij geset het welcke wij bij desen verclaren uijt sijnen naem sulx te besitten voor eerst een winkel met alle het gene daer toe behoort, een spinner, een ronde tafel met een andere tafel, een treeft met een hael, een koeckpanne en tange, vier stoelen met een tobbe, en een tinnen minglen en koom, enen ketel met een coperen pot met een spegel met een paer emmers als mede twee bedden en peulen, vier deckens en vier cussens met tien laeckens met twee paer gordinen, groene met rabatten en schorsteen cleeden, tien hemden soo groot als klein, een rack end desselfs pann: een kast, een hangijser en asschop, twaelff lepels, een uijrwerck, welcke goederen wij beedtswjsen van mijn soon Alle Molles besitten, soo dat gedachte goederen, door mijnen soon Alle Molles op wat plaetsen daerse gevonden worden sal mogen er..tasten, en dat hij ’t eigenaer authoriteijt sonder de minste regte middelen daer over te behoeven te gebruijken, en soo desselve na sich te wenden, voorts daer mede te doen soo als een ijder sijn eijgen vermach te doen, beloven wij Molle Wijgers en Saeckjen Clases de voors: goederen wel te onderholden, waer aff desen gepasseert hebben om te mogen strecken nae behoren. In kennise der waerheijt hebben wij desen gepasseert en met onse gewoonlijcke verteeckeninge vertekent, en die van Dr: W: de Windt als versochte getuijge; actum Collum den 22 junis 1727; was vertekent Molle Wijgers, Saeckjen Clases, Willem de Windt. Aldus gedaen en geregistreert en is bij ons grietman en secretaris bevonden desen te accordeeren met de principale
in kennisse onse handen, den 29 junij 1727.A: Haersma
S: Huijsinga
Hoe de problemen zijn ontstaan is me nog niet helemaal duidelijk. Molle Wygers komt niet voor in een lijst met civiele sententies van het Hof van Friesland. Er staan wel diverse schuldbekentenissen in de hypotheekboeken van de drie grietenijen waar Molle Wygers heeft gewoond.
In Opsterland vond ik twee obligaties, samen voor 800 caroliguldens. Ook is er een akkoord over de twee kinderen uit zijn eerste huwelijk, dat hem verplichtte om aan hen elk 450 caroliguldens te betalen op hun 18e verjaardag. Ik heb bewijs gevonden dat al deze schulden al lang voor 1727 waren afgelost.
In Smallingerland vond ik zes obligaties voor in totaal 1.209 caroliguldens. Geen van deze schulden is later geregistreerd in de hypotheekboeken van Achtkarspelen. Ook trof ik ik de betreffende schuldeisers niet als partij aan in de recesboeken van Achtkarspelen.
In Achtkarspelen vond ik vier obligaties uit 1714, 1718, 1722 en 1726, samen voor 550 caroliguldens. Die werden allemaal in 1726 in het hypotheekboek ingeschreven. Dat wijst erop dat meerdere schuldeisers nattigheid begonnen te voelen.
Uit de recesboeken van Achtkarspelen blijkt dat Molle Wygers in 1723 en 1724 bij vier zaken voor het nedergerecht betrokken raakt. Helaas wordt niet vermeld waar de zaken over gingen. Ik zie geen verband tussen de tegenpartijen en de schuldeisers in de vier genoemde obligaties.
In 1727 verschijnen er in het recesboek van Achtkarspelen drie hele duidelijke aanwijzingen dat er iets flink mis was. Drie personen eisen dat er geen geld aan Molle Wygers wordt uitbetaald omdat zij nog geld van hem krijgen. Op 7 april 1727 meldt chirurgijn Jan Hijles de Swart uit Stroobos zich naar aanleiding van de verkoop van de molen in Kooten. Hij heeft nog 140 caroliguldens tegoed. Hij was een van de personen met wie Molle Wygers vanaf 1723 in een juridisch proces was verwikkeld. Op 21 april 1727 meldt Doeie Binnes Scheltema, chirurgijn te Burum, zich, eveneens naar aanleiding van de verkoop van de molen van Kooten. Hij krijgt nog 544 caroliguldens met de rente. Van hem huurde Molle Wygers tot 1721 land. Mogelijk had het daarmee te maken. Op 19 mei 1727 claimt bijzitter Meinse Aelses dat hij nog 29 cgl. krijgt voor het leveren van rogge.
Hoe ging het verder?
Voordat ik aan het onderzoek voor dit artikel begon had ik nog geen idee wat er na 1727 met Molle Wygers en zijn vrouw is gebeurd. In het recesboek vond ik nog twee vermeldingen. Op 17 januari 1730 zegt Sybren Jouwerts aan Molle Wygers de huur van een huis op per 12 mei 1730. Er staat niet bij waar dit was. Mogelijk had Alle Molles dit huis voor hem gehuurd. Op 29 oktober 1731 heeft Molle Wygers nog geld tegoed van Dirk Jans uit Optwijzel. Het gaat om 9 caroliguldens en 6 stuivers maalloon uit 1729. Dat wijst erop dat hij na de verkoop van de molen van Kooten nog als molenaar heeft gewerkt.
Bronnen
- Alle Friezen (https://allefriezen.nl, o.a. lidmatenregisters)
- Atlas Schotanus-Halma 1718
- Dragtster Courant 9-2-1917 (Drachten in vroegere eeuwen)
- Drachtster Courant 30-9-1988 (Út Smellingerlâns Ferline. Bearn Lap, (1724-1792) IX, Klaas Bekkema)
- HISGIS (kadaster, stemkohieren)
- Molendatabase (www.molendatabase.nl)
- Nedergerecht Achtkarspelen: hypotheekboeken, proclamatieboeken, recesboeken
- Nedergerecht Opsterland: proclamatieboeken, hypotheekboeken
- Nedergerecht Smallingerland: proclamatieboeken, hypotheekboeken