Veerdiensten van Friesland op Amsterdam (1767)

In een boek van de Amsterdamse stadsgeschiedschrijver Jan Wagenaar uit 1767 vond ik een beschrijving van de binnenlandse veerdiensten van en naar Amsterdam. Ik deed deze vondst toen ik onderzoek deed naar een reis die een voorouder in 1783 vanuit Friesland naar Holland maakte (zie Reisverslag op rijm uit 1783 op mijn website). Voor dit artikel heb ik de verbindingen van en naar Friesland bij elkaar gezocht.

Jan Wagenaar onderscheidt drie groepen veerdiensten, verschillend in zwaarte. De eerste en zwaarste groep bestaat uit verbindingen waarover Amsterdam verdragen had afgesloten met de andere plaatsen. Hieronder vielen alleen Harlingen en Workum. De diensten op deze steden werden deels verzorgd door Friese, en deels door Amsterdamse schippers. De tweede groep veerdiensten is alleen geregeld in keuren vanuit de andere plaatsen. Negen verbindingen met Friesland behoren tot deze groep: Bolsward, Heerenveen, Joure, Leeuwarden, Lemmer, Makkum, Slooten, Sneek/IJlst en Staveren. Deze veerdiensten worden soms alleen door Friese schippers verzorgd en soms mede door Amsterdamse schippers. De derde en lichtste groep veren werd alleen door buitenschippers bevaren. Er zijn geen bijzondere keuren over, wel zijn er vaste ligplaatsen afgesproken. Dat geldt voor Franeker, Hindeloopen, Koudum, Warns, Terschelling, Ameland en Dokkum.

In totaal gaat het om achttien veerdiensten met Friesland (inclusief Terschelling en Ameland die pas later bij Friesland zijn gekomen). De elf Friese steden hadden elk hun eigen veerdienst, behalve IJlst, dat een combinatie vormde met Sneek. Daarnaast waren er acht niet-steden met een eigen verbinding. De volledige tekst per plaats volgt hierna. De letters tussen haakjes zijn voetnoten. Die heb ik niet overgenomen.

Friese plaatsen met een veerdienst op Amsterdam, 1767
Friese plaatsen met een veerdienst op Amsterdam in 1767

Groep 1

HARLINGEN
Het Veer op HARLINGEN werdt, oudtyds, bevaaren, door Schippers, van de Wethouderschap aldaar aangesteld; en ’t Geregt van Amsterdam hadt alleenlyk, by eene Keure van den drie en twintigsten July des jaars 1605, de Legplaats dier Veerschepen bepaald, daar zy voormaals geweest was, tegen over de Spaarnedammer brugge, ter plaatse van het roode Blokhuis, zonder dat er meer dan één te gelyk binnen de nieuwe brugge komen mogten, voor dat het gewoone Veerschip buiten geschooten was (Doch in ’t jaar 1696, vonden Burgemeesteren geraaden, ook van deeze zyde, eenige Veerschippers op Harlingen aan te stellen. Men zag zulks te Harlingen ongaarne. Doch men hieldt zig, hier ter Stede, aan zyn regt (s), en bewoog, met veel moeite, de Wethouderschap van Harlingen tot een verdrag om de Amsterdamsche Veerschippers, op lyken voet, te behandelen, als de haaren, hier ter Stede, werden behandeld, mids onzen maar een vierde van de beurten hadden, waarmede men zig, hier, vergenoegen liet (t). Het Veer is, ingevolge van verdrag, van ’t jaar 1697 af, voor een vierde gedeelte, van deeze zyde bevaaren (Het Schippers-Gilde te Harlingen heeft zig, nu en dan, vry wat voorregts aangemaatigd , over de Amsterdamsche Schippers, die thans drie in getal zyn, ’t welk gelegenheid tot eenig geschil gegeven heeft (v). ’t jaar 1736 en sedert, hebben de twee Steden, meermaalen, gehandeld, over het raamen eener Ordonnantie voor het Veer, die, door wederzydsch gezag, zou worden vastgesteld (w). Doch ik vind niet, dat zulks, tot hiertoe, geschied zy. Men heeft, Harlingen, de Amsterdammer-Veerschippers willen verbinden, om altoos op hunne beurt te vaaren, doch de onzen hebben de vryheid willen behouden, om byvragten aan te neemen, en het bevaaren van het Veer, zulk een tyd, voor de Harlingers, over te laaten; alzo zy, uit het Veer alleen, bestaan konnen (x): en dit schynt de voornaame reden, waarom men, met onderlinge bewilliging, nog geene Ordonnantie heeft konnen maaken. ’t Geregt alhier heeft, ’t jaar 1725, het bestelloon bepaald, by eene Keure, die, in ’t jaar 1726, eenigszins veranderd is (y). Over de Veerschippers Enkhuizen en Harlingen van deeze zyde, zyn, reeds in ’t jaar 1699, by Burgemeesteren, twee Overluiden aangesteld (z). Harlinger Veerschepen leggen nog, omtrent dezelfde plaats, daar zy, oudtyds, lagen; doch wat meer Oostwaards, aan de Texelsche kaai. Alle avonden, een uur voor luiden der boomklok, vertrekt ‘er, gemeen lyk, een Veerschip.

WORKUM
Op WORKUM in Friesland, is, reeds in den jaare 1650, door de Magistraat aldaar, een Veer opgeregt, welk, volgens eene overeenkomst tusschen de twee Steden van den jaare 1698, door drie Schippers van deeze zyde, by provisie, voor een vierde gedeelte, bevaaren werdt: doch, naderhand, is dit getal tot op twee verminderd, die, om den vierden dag, voeren (o). En tegenwoordig is er maar één Amsterdamsche Schipper. De Legplaats der Workummer Veerschepen is, op ’t Water, voor de Kapelsteeg. Alle avonden, met het luiden der boomklok, vertrekt er een schip. Op het aantekenen der goederen is, in ’t jaar 1716, orde gesteld (p).

Groep 2

BOLSWARD
Het Veer op BOLSWAARD is, eerst in ’t jaar 1734, van de Friesche zyde, in den tegenwoordigen staat gebragt (l); schoon het, al veel vroeger, bevaaren is. Burgemeesteren van Amsterdam hebben, tot hiertoe, nog niet geraaden gevonden, een of meer Veerschippers op Bolswaard aan te stellen: doch op het aantekenen der goederen, die der waards gezonden worden, heeft het Geregt alhier, in de voorgaande eeuwe, reeds meer dan ééne Keure gemaakt (m). De Veer man op Bolswaard, die op ’t Water by den Dam legt, vertrekt maar eens ter weeke, des Woensdags ’s avonds, met het luiden der boomklokke.

HEERENVEEN
Op ’t HEEREN-VEEN in Friesland is, in ’t jaar 1729, door de Regeering dier Plaatse, een Veer opgeregt (h), welk, gelyk de meeste andere Veeren op de Steden en Dorpen in Friesland, alleen, door Schippers, by de Geregten daar ter Plaatse aangesteld, bevaaren wordt. De Beurtschepen op ’t Heeren-Veen leggen op ’t Water, voor de Valkensteeg, en vertrekken, des Dingsdags ’s avonds, met het luiden der boomklok. Aan de Beurtschepen op ’t Heeren-Veen, Sneek, Ielst en andere Plaatsen in Friesland, was, in ’t jaar 1742, by eene Keure van ’t Geregt alhier, verbooden, eenige goederen mede te neemen, om elders, dan in hunne byzondere havens, en byzonderlyk te Groningen, te lossen (i). Doch alzo men bevondt, dat deeze Keur de Koopluiden, in ’t afscheepen hunner goederen te zeer belemmerde, is de zelve, op den agt en twintigsten January des jaars 1756, wederom te niet gedaan (k).

JOURE
Het Veer op de JOUWER wordt thans, maar door één Amsterdammer, en voorts door Schippers, in Friesland aangesteld, bevaaren. De Veerman vertrekt, alle Vrydagen, met het luiden der boomklok, van ’t Veer, op het Water, digt by den Dam. Op het aantekenen der goederen, die op de Jouwer gescheept worden, is, by eene Keure van den jaare 1675, orde gesteld. Ook is het bestelloon der goederen, die van daar herwaards worden gevoerd, in ’t jaar 1717, geregeld (l).

LEEUWARDEN
Op LEEUWAARDEN, is, al vroeg in de voorgaande eeuwe, een Veer opgeregt geweest, welk, alleen van de Friesche zyde, en door Friesche Schippers, bevaaren werdt. In ’t jaar 1646, hadden Burgemeesteren van Amsterdam ook een Veerschipper, van hier op Leeuwaarden, aangesteld; doch men belette hem aldaar het laaden: waarover veel moeijelykheids ontstondt, tusschen de twee Steden (o). Het Schippers-Gilde te Leeuwaarden bleef egter in ’t bezit van ’t Veer. In ’t jaar 1699, deeden Burgemeesteren van Amsterdam eenen voorslag aan de Regeering van Leeuwaarden, om het Veer op eenen geregelden voet te brengen, en, door Schippers, van wederzyde aangesteld, te doen bevaaren (p). Doch deeze voorslag vondt geenen ingang, en het Veer wordt nog, alleen door Friesche Schippers, waargenomen. ’t Geregt deezer Stad heeft egter, op het aantekenen en bestellen der goederen, orde gesteld (q). ’t Veerschip op Leeuwaarden vertrekt, des Zondags en des Donderdags, met het opengaan der boom, en legt, op ’t Water, voor de Valkensteeg. Burgemesteren der beide Steden hebben elk ook een Koopmans-Bode aangesteld, die, met brieven en geld, over en weder reizen.

LEMMER
Het Veer op de LEMMER is, eerst in deeze eeuwe, door den Heere Grietman van Lemsterland, opgeregt, en, in ’t eerst, door Schippers van daar, bevaaren. Doch in ’t jaar 1731, vonden Burgemeesteren van Amsterdam geraaden, ook eenen Beurtschipper op de Lemmer aan te stellen, die de helft der beurten bedong. Men zogt hem, sedert, van de andere zyde, te beweegen, om zig met een derde te vergenoegen. Doch Burgemeesteren handhaafden hem, in de geslooten overeenkomst (r). Over de Legplaats der Lemmerder Veerschepen is, in laater tyd, ook, somtyds geschil geweest (s). Zy is, thans, op ’t Water, by den Paapenbrug. Dagelyks, met het luiden der boomklok, vertrekt er een Veerschip.

MAKKUM
Het Veer op MAKKUM plagt alleen door een Schipper, aldaar aangesteld, bevaaren te worden: doch Burgemeesteren van Amsterdam vonden, in ’t jaar 1751, geraaden, ook een Veerschipper van hier aan te stellen: ’t welk egter niet geschiedde, zonder dat men daarvan, vooraf, aan ’t Geregt van Makkum, kennis gaf (t). De Legplaats van ’t Makkummer Veerschip is by den Schreijers-tooren, aan den Nieuwendammer steiger. Het Veerschip vertrekt, gemeenlyk, om de agt of tien dagen.

SLOTEN
Op SLOOTEN in Friesland, vaart, alle Maandagen, een Veerschip, des avonds met het luiden der boomklok. Het heeft zyne Legplaats op het Water, voor de Valkensteeg. De Veerschippers zyn twee in getal, van welken er één aan ieder zyde wordt aangesteld (t). Het Veer is onderworpen aan de schikking op het aantekenen der goederen, die, op de Friesche Veeren in ’t gemeen, gemaakt is (u).

SNEEK
Het Weer op SNEEK plagt, voormaals eeniglyk, door Veerschippers, daar ter Stede aangesteld, bevaaren te worden. Doch in ’t jaar 1751, hebben Burgemeesteren van Amsterdam geraaden gevonden, een Veerschipper van deeze zyde op Sneek en der Ielst aan te stellen, die, volgens eene overeenkomst met de Sneeker-Veerschippers, een derde deel van de beurten heeft (x). De Legplaats deezer Veerschepen is ook op ’t Water, voor de Valkensteeg. Zy vertrekken, des Zomers, des Maandags, Donderdags en Saturdags, ’s avonds, met het luiden der boomklokke; doch des Winters, maar tweemaalen ter weeke. Zy mogen geene goederen op Groningen medeneemen, en zyn, voorts, verbonden aan de Keuren op het aantekenen der goederen, voor de de Friesche Veerschepen in ’t gemeen, vast gesteld (y).

STAVEREN
Het Veer op STAVEREN in Friesland wordt, alleen door Schippers, aldaar aangesteld, bevaaren. Het aantekenen der goederen is hier, by Keuren, geregeld(z). De Legplaats deezer Schepen, buiten welke zy, sedert het jaar 1669, niet laaden mogen (a), schoon het hun, in ’t jaar 1656, toegestaan was (b), is op ’t Water, voor de Kapelsteeg. Zy vertrekken, alle avonden, met het luiden der boomklok.

Groep 3

Alleen ligplaatsen genoemd.

In het Damrak of Water: Franeker
Langs de Oude Teertuinen: Hindeloopen, Koudum, Warns
Langs de Texelse Kaai: Terschelling
Langs de Haringpakkerij: Ameland, Dokkum

Kaart Amsterdam 1770 (fragment)
Kaart van Amsterdam, gemaakt door P. de Mol, 1770 (fragment). Bron: WikiMedia.

Bron

Amsterdam in zyne opkomst, aanwas, geschiedenissen, voorregten, koophandel, gebouwen, kerkenstaat, schoolen, schutterye, gilden en regeringe, beschreeven, door Jan Wagenaar, historieschrijver der stad. Derde stuk. Te Amsterdam, by Yntema en Tieboel. 1767. (Gevonden op Google Books; pagina’s in het PDF-bestand over veerdiensten: 356-382)